Dharma of the part and the whole the same.

Firstly, we must agree that wondrous overall existence cannot, by definition, but be just right as it is and, secondly, that the objective of the Middle Way devoid of extremes, propounded by the Buddha as the correct existential attitude, must be to reconnect and reconcile us with existence as a whole – we can safely assume that the Buddha did not teach that there were two sets of rules at play, one for existence and one for its ‘by-product’ people! Therefore, because, in other words, the dharma of the part is not different from the Dharma of the whole, the Buddha’s Middle Way, in its dynamic Eightfold Path form, must be understood as an ongoing reflexion at the level of our personal lives of wondrous overall existence becoming over time. Now, as the Eightfold Path leads us towards better and better, it follows, inductively if you will, that, expressed purely in human terms, existence as a whole progresses over time as well. By the same logic, it also becomes quite clear that, inversely, we experience as good, right or wholesome, indeed as progress, those events which are in agreement with the overall pattern and direction of existence, that it is for this reason that they are experienced thus. (from http://www.advayavada.org/qanda.htm)

Ons Studieschema

De aanhanger van het Advayavada-boeddhisme heeft de overtuiging dat de mens als vooruitgang ervaart dat wat overeenkomt met de richting waarin het geheel van het bestaan voortgaat in de tijd; in het Advayavada-boeddhisme wordt daarom het Edele Achtvoudige Pad benadrukt als een weerspiegeling onder de mensen, en in menselijke termen, van die vooruitgang van het bestaan. De Advayavadin ervaart heel duidelijk in zijn volgen van het Pad de algemene vooruitgang, de alles omvattende trek naar beter toe, van het bestaan. Hij vindt in zijn persoonlijk volgen van het Pad het onweerlegbaar bewijs van die vooruitgang van het geheel.

ONS STUDIESCHEMA VOOR HET GEHELE JAAR
Het (zelf)studieonderwerp voor iedere week vh lopend jaar:

Inleidende onderwerpen:
01 – 14 – 27 – 40 : de veranderlijkheid van alles (eerste kenmerk vh bestaan)
02 – 15 – 28 – 41 : de vergankelijkheid van alles (tweede kenmerk vh bestaan)
03 – 16 – 29 – 42 : het existentieel lijden (derde kenmerk en eerste waarheid)
04 – 17 – 30 – 43 : het hechten en onthechten (tweede en derde nobele waarheid)
05 – 18 – 31 – 44 : het pad en de vooruitgang (vierde waarheid en vierde kenmerk)

Het achtvoudige pad:
06 – 19 – 32 – 45 : ons beste inzicht (eerste stap op het 8voudige pad)
07 – 20 – 33 – 46 : ons beste besluit (tweede stap op het 8voudige pad)
08 – 21 – 34 – 47 : onze beste uitleg (derde stap op het 8voudige pad)
09 – 22 – 35 – 48 : onze beste instelling (vierde stap op het 8voudige pad)
10 – 23 – 36 – 49 : onze beste uitvoering (vijfde stap op het 8voudige pad)
11 – 24 – 37 – 50 : onze beste inspanning (zesde stap op het 8voudige pad)
12 – 25 – 38 – 51 : onze beste aandacht (zevende stap op het 8voudige pad)
13 – 26 – 39 – 52 : onze beste bezinning (achtste stap op het 8voudige pad)

MEDITATIE
Er bestaat een groot aantal manieren om te mediteren, onder meer zen, vipassana, Tibetaans boeddhistische, transcendente en yoga meditatie, en de aan de westerse wereld aangepaste inzichtsmeditatie (insight through mindfulness meditation). Twee meditatiestijlen worden het meest bestudeerd in wetenschappelijk onderzoek. De eerste is concentratiemeditatie (shamatha), waarbij degene die mediteert langdurig de aandacht richt op een object of gebeurtenis, zoals een kaarsvlam, de repeterende woorden van een mantra, of de ademhaling. Bij de tweede meditatiestijl (vipassana) observeert de mediterende persoon zonder ordeel de inhoud van zijn ervaring van moment tot moment. Dat kunnen bijvoorbeeld gedachten of emoties zijn, of gevoelens in het lichaam. De meeste meditatievormen zijn een combinatie van deze twee stijlen. Zen- en inzichtsmeditatie omvatten het meest de observerende manier. Mediteren kan zittend of liggend, maar oefenen in bewust aanwezig zijn kan ook staand, lopend, en zelfs tijdens alledaagse dingen zoals de afwas of het wachten op de trein.

‘Mindfulnessmeditatie houdt in met aandacht zijn in het hier en nu, zonder daar een oordeel over te hebben. Al die elementen zijn [ook] voor mensen met depressie belangrijk. Aandacht voor het hier en nu, in plaats van piekeren over de toekomst of over wat er allemaal mis is gegaan in het verleden. Niet oordelen, in plaats van overmatig kritisch zijn over zichzelf en anderen. Meditatie leert mensen hun eigen gevoelens, sensaties en gedachten te observeren. Daardoor vereenzelvigen ze zich minder met hun gevoel en gedachten. Zo scheppen ze ruimte om, in plaats van automatisch op dingen te reageren, te kiezen hoe ze ermee omgaan.’ (Prof. Anne Speckens, in NRC Handelsblad, 21.3.2009)