Tag Archives: vierde kenmerk
On Course with Nature
Dharma of the part and the whole the same.
Firstly, we must agree that wondrous overall existence cannot, by definition, but be just right as it is and, secondly, that the objective of the Middle Way devoid of extremes, propounded by the Buddha as the correct existential attitude, must be to reconnect and reconcile us with existence as a whole – we can safely assume that the Buddha did not teach that there were two sets of rules at play, one for existence and one for its ‘by-product’ people! Therefore, because, in other words, the dharma of the part is not different from the Dharma of the whole, the Buddha’s Middle Way, in its dynamic Eightfold Path form, must be understood as an ongoing reflexion at the level of our personal lives of wondrous overall existence becoming over time. Now, as the Eightfold Path leads us towards better and better, it follows, inductively if you will, that, expressed purely in human terms, existence as a whole progresses over time as well. By the same logic, it also becomes quite clear that, inversely, we experience as good, right or wholesome, indeed as progress, those events which are in agreement with the overall pattern and direction of existence, that it is for this reason that they are experienced thus. (from http://www.advayavada.org/qanda.htm)
Advayavada Study Plan – week 31
Dear friends,
This week (31) we again closely survey the 8fold path that eliminates the cause of suffering.
In Advayavada Buddhism, the Noble Eightfold Path is understood dynamically as an ongoing and fully autonomous, non-prescriptive, investigative and creative process of progressive insight, reflecting in human terms wondrous overall existence becoming over time, and is composed of (1) our very best (Pali: samma, Sanskrit: samyak) comprehension or insight followed by (2) our very best resolution or determination, (3) our very best enunciation or definition (of our intention), (4) our very best disposition or attitude, (5) our very best implementation or realization, (6) our very best effort or commitment, (7) our very best observation, reflection or evaluation and self-correction, and (8) our very best meditation or concentration towards an increasingly real experience of samadhi, which brings us to a yet better comprehension or insight, and so forth.
The Noble Eightfold Path in Advayavada Buddhism is fully personalized: it is firmly based on what we increasingly know about ourselves and our world, and trusting our own intentions, feelings and conscience. Adherence to the familiar Five Precepts (not to kill, not to steal, sexual restraint, not to lie, and refraining from alcohol and drugs) and a well-considered understanding of the Four Signs of Being and the Buddha’s Four Noble Truths suffice to start off on the Path at any time. Nirvana is, in Advayavada Buddhism, the total extinction of suffering as a result of our complete reconciliation with reality as it truly is.
Kind regards,
John Willemsens
Advayavada Foundation
@advayavada
Advayavada Study Plan – week 18
Dear friends,
This week (18) we again closely survey the 8fold path that eliminates the cause of suffering.
In Advayavada Buddhism, the Noble Eightfold Path is understood dynamically as an ongoing and fully autonomous, non-prescriptive, investigative and creative process of progressive insight, reflecting in human terms wondrous overall existence becoming over time, and is composed of (1) our very best (Pali: samma, Sanskrit: samyak) comprehension or insight followed by (2) our very best resolution or determination, (3) our very best enunciation or definition (of our intention), (4) our very best disposition or attitude, (5) our very best implementation or realization, (6) our very best effort or commitment, (7) our very best observation, reflection or evaluation and self-correction, and (8) our very best meditation or concentration towards an increasingly real experience of samadhi, which brings us to a yet better comprehension or insight, and so forth.
The Noble Eightfold Path in Advayavada Buddhism is fully personalized: it is firmly based on what we increasingly know about ourselves and our world, and trusting our own intentions, feelings and conscience. Adherence to the familiar Five Precepts (not to kill, not to steal, sexual restraint, not to lie, and refraining from alcohol and drugs) and a well-considered understanding of the Four Signs of Being and the Buddha’s Four Noble Truths suffice to start off on the Path at any time. Nirvana is, in Advayavada Buddhism, the total extinction of suffering as a result of our complete reconciliation with reality as it truly is.
Kind regards,
John Willemsens
Advayavada Foundation
@advayavada
Het Advayavada-boeddhisme
Boeddhisme is de verzamelnaam voor de verschillende wijsgerige en religieuze denkbeelden die zijn afgeleid van de verlossingsleer die werd onderwezen, in de zesde eeuw voor Chr., door de Noord-Indiase prins Siddhartha Gautama, genaamd de Boeddha, wat Ontwaakte of Verlichte betekent. De Boeddha geloofde niet in Brahman (God) of in de atman (ziel) en leerde dat de mens lijdt omdat hij de dingen niet ziet zoals ze in werkelijkheid zijn, d.w.z. veranderlijk en vergankelijk, en hierdoor zijn leven verkeerd inricht, aan de verkeerde dingen vasthoudt en de verkeerde dingen najaagt.
Die verkeerde zienswijze wordt veroorzaakt door een uit de onwetendheid van de mens voortkomende levensdorst, en deze levensdorst kan ongemerkt meer kwalijke vormen gaan aannemen: reeds als begeerte, nijd, gemakzucht, ongedurigheid of wantrouwen kan zij hem gaan beletten om zijn leven ten goede te keren. De nakoming van de vijf leefregels, die van toepassing zijn op alle volgelingen van de Boeddha, zal hem daarentegen in staat stellen om die levensdorst te ondervangen en vervolgens de grondoorzaak van zijn lijden, d.w.z. zijn onwetendheid, te gaan opheffen. De vijf leefregels zijn niet te doden, niet te stelen, kuisheid, niet te bedriegen en geheelonthouding.
De naleving van deze leefregels verschaft hem de morele kracht om zich te kunnen begeven op de middenweg tussen in eerste instantie de extremen van genotzucht en zelfkwelling, die hem naar de gezegende staat van Nirvana zal voeren. Nirvana houdt in de opheffing van het lijden door ons te verzoenen met de werkelijkheid zoals zij is voorbij onze beperkte en vooringenomen beleving van haar. Nirvana en de waarneembare wereld zijn niet twee verschillende werkelijkheden of twee verschillende toestanden van de werkelijkheid. Nirvana is de waarneembare wereld te beleven sub specie aeternitatis, d.w.z. vanuit het gezichtspunt der eeuwigheid. Het is, met andere woorden, de ene werkelijkheid ontdaan van al onze denkbeelden, met inbegrip uiteindelijk van deze.
De middenweg die men dient te volgen is in concreto het Edele Achtvoudige Pad dat de Boeddha reeds leerde in zijn allereerste preek te Benares. In het Advayavada-boeddhisme houdt het in het doorlopend streven naar achtereenvolgens het beste (samyak, samma) inzicht, het beste besluit, de beste formulering, de beste instelling, de beste uitvoering, de beste inspanning, de beste aandacht, en de beste bezinning, wat ons tot een nog beter inzicht dient te voeren, en zo verder. Wij sluiten aldus aan bij de voortgang naar beter toe van het geheel en verbreken al vorderend op het Pad de boeien die ons aan Samsara ketenen.
Het Advayavada-boeddhisme is een non-dualistische filosofie en niet-vergelijkende levenswijze dat afgeleid is van Nagarjoena’s Madhyamaka, ofwel Middenweg filosofie. Het voornaamste beginsel van het Advayavada-boeddhisme is dat er in de leer van de Boeddha het geloof in een vierde kenmerk van het bestaan besloten ligt, dat inhoudt dat de werkelijkheid opeenvolgend en dynamisch is in de betekenis dat het voortdurend beter wordt dan voorheen. Uitgedrukt in termen van menselijke perceptie en ervaring, wat mensen als goed, juist of nuttig, met andere woorden als vooruitgang (pratipada, patipada) ervaren, is in feite dat wat plaatsvindt in de anders onverschillige richting waarin het allesomvattende bestaan vanzelf vloeit.
Om dit beginsel te begrijpen, moet men zich eerst goed realiseren, bijvoorbeeld door meditatie over de onweerlegbare enkelvoudigheid van de wereld, dat niet de menselijke manifestatie van het leven (dat wil zeggen het doorlopend proces van hercombinatie, mutatie en aaneengeschakelde vermenigvuldiging van de menselijke wezens, het uiteenvallen van de uitgeputte eenheden, de risico’s en gevaren waaraan de mensheid onderhevig is, zelfs niet haar mogelijke uitsterven, door eigen schuld of niet) de maat der dingen in ruimte en tijd is, maar het geheel van de oneindige onderling afhankelijke werkelijkheid zelf, die nauwelijks aangetast, als het al zo is, door het doen en laten van de mensheid, zal doorgaan met worden precies zoals het per definitie moet.
Het wordt dan duidelijk dat de Boeddhadharma niet anders dan de Dharma van het geheel is; dat het doel van de Middenweg het afleggen van alle vaststaande denkbeelden en ons wederom aansluiten en verzoenen met het allesomvattende bestaan is; en dat de Middenweg in de dynamische gedaante van het Edele Achtvoudige Pad derhalve als een weerspiegeling op het niveau van de mens van de voortgang van het bestaan in de tijd moet worden gezien. Nu, omdat het Achtvoudige Pad ons immer naar beter toe leidt, weten wij nu, dat uitgedrukt in termen van menselijke perceptie en ervaring, ook de werkelijkheid als geheel naar beter toe voortgaat.
Het doel van het Boeddhisme is kennelijk de mensheid te laten terugkeren naar de schoot van het allesomvattende bestaan. Het Boeddhisme dient inderdaad begrepen te worden als een Leer van Verzoening met het gehele bestaan zoals het is, dat wil zeggen zoals het werkelijk is voorbij onze gewoonlijk beperkte en vooringenomen beleving van het bestaan. De doelstelling van het Advayavada-boeddhisme is ons dit voorname doel van het Boeddhisme beter te doen begrijpen en ons het nodige gereedschap te geven om zelf een volwaardig deel van het geheel te worden.
De aanhanger van het Advayavada-boeddhisme heeft de overtuiging dat de mens als vooruitgang ervaart dat wat overeenkomt met de richting waarin het geheel van het bestaan voortgaat in de tijd; in het Advayavada-boeddhisme wordt daarom het Edele Achtvoudige Pad benadrukt als een weerspiegeling onder de mensen, en in menselijke termen, van die vooruitgang van het bestaan. De Advayavadin ervaart heel duidelijk in zijn volgen van het Pad de algemene vooruitgang, de alles omvattende trek naar beter toe, van het bestaan. Hij vindt in zijn persoonlijk volgen van het Pad het onweerlegbaar bewijs van die vooruitgang van het geheel.