Begunstig niet de verdienstelijken,
opdat de mensen niet gaan wedijveren.
Hecht geen waarde aan schaarse goederen,
opdat de mensen niet gaan stelen.
Toon geen begeerlijke dingen,
opdat hun harten niet onrustig worden.
De wijze bestuurt door de harten te ledigen
en de magen te vullen,
door de driften te verzwakken
en de botten te versterken.
Hij zorgt er aldus voor,
dat de mensen zonder listen of begeerte zijn,
en de sluwen zich niet wagen.
Door te handelen door niet-handelen,
heerst er vanzelf orde.